Hooggerechtshof van Shanghai categoriseert Bitcoin als virtueel eigendom onderworpen aan wettelijke bescherming

China's uitzetting van cryptominers en andere vonnissen hadden de cryptohandel en daarmee samenhangende activiteiten binnen zijn grenzen effectief beperkt, maar een recent vonnis van het Shanghai High People's Court oordeelt dat Bitcoin een virtueel bezit is met een economische waarde die wordt beschermd door de Chinese wet. Het vonnis kwam tot stand in verband met een rechtszaak die in oktober 2020 bij de districtsrechtbank was aangespannen en betrekking had op de terugvordering van een lening van 1 Bitcoin en zal enige verlichting bieden aan de cryptogemeenschap in het land.

Think een rapport door Sina heeft het Hooggerechtshof van Shanghai een verklaring afgegeven op zijn officiële WeChat-kanaal waarin wordt bevestigd dat Bitcoin als virtueel eigendom wordt beschouwd. In de mededeling van de rechtbank staat: “In de feitelijke procespraktijk heeft de Volksrechtbank een uniforme mening gevormd over de juridische positie van Bitcoin en deze geïdentificeerd als een virtueel eigendom.”

Het voegde eraan toe dat Bitcoin “een bepaalde economische waarde heeft en voldoet aan de eigenschappen van het onroerend goed; ter bescherming worden de wettelijke regels van eigendomsrechten toegepast.”

Het is vermeldenswaard dat in China de hoogste gemeentelijke rechtbank de hoge volksrechtbank is, die wordt voorafgegaan door de volksrechtbanken en de intermediaire volksrechtbanken. Ze worden rechtstreeks gecontroleerd door de centrale overheid en hebben een structuur die identiek is aan die van het Hooggerechtshof – het hoogste gerechtshof van het land.

De verklaring werd afgelegd in verband met een zaak waarbij sprake was van een Bitcoin-gerelateerd geschil tussen twee individuen. Een persoon genaamd Cheng Mou had in oktober vorig jaar een rechtszaak aangespannen bij de Shanghai Baoshan District People's Court en eiste dat een persoon genaamd Shi Moumou zijn 1 BTC zou teruggeven. Toen de verdachte dit niet deed, werd de zaak terugverwezen naar de rechtbank, die overging tot mediation.

Omdat gedaagde de Bitcoin niet meer in zijn bezit had, kwamen partijen overeen dat gedaagde een schadevergoeding zou verstrekken met een korting op de waarde van de Bitcoin op het moment van de lening.

Hoewel de zaak nog steeds aanhangig is bij de lagere rechtbanken in China, kan het besluit van groot belang zijn, omdat het een precedent schept voor de manier waarop virtuele activa onder de Chinese wet worden bekeken.


bron